Communiqué MNH bij het einde van de Omgevingsraad Schiphol

Einde omgevingsraad Schiphol

Vrijdag 17 december 2021 vergadert het Regioforum van de Omgevingsraad Schiphol voor het laatst in zijn oude vorm. De provincies en gemeenten hebben hun lidmaatschap per 31 december 2021 opgezegd. Ze trekken zich dus terug uit het gezamenlijke overleg met bewoners, maatschappelijke organisaties, de luchtvaartsector, Schiphol en het ministerie van I&W over de impact van Schiphol op de omgeving. Daarmee wordt op regionaal niveau de verbinding verbroken tussen de representatieve democratie en maatschappelijke democratie.

De doorstart van de ORS in een MRS vindt juist plaats op een moment dat wederom blijkt dat Schiphol niet beschikt over de nodige vergunningen en in een periode waarin het nieuwe Kabinet belangrijke beslissingen moet nemen over de toekomst van Schiphol.

Schiphol opereert zonder vergunningen

Het gaat onder andere om de volgende vergunningen die voor Schiphol ontbreken:

  • Schiphol heeft geen Natuurberschermingswetvergunning. Als Schiphol de noodzakelijke Nb-wetvergunning aanvraagt geldt de referentiedatum 2004 en de stikstofuitstoot die samenhangt met de hoeveelheid vluchten in 2004. Dat is maximaal 400.000 vluchten per jaar.
  • Schiphol opereert op dit moment de facto zonder geldend Luchthaven Verkeerbesluit (LVB). In het LVB worden onder andere de geluidsnormen waarbinnen Schiphol moet opereren vastgelegd. Omdat er geen actuele wettelijke geluidsnormen zijn vastgelegd, handhaaft de ILT sinds 2015 “anticiperend” op de nieuwe normen. Omdat concreet zicht op legalisatie ontbreekt opereert Schiphol zonder geluidsvergunning.
  • Ook als er een nieuw LVB zou komen op basis van de berekende geluidsnormen (Doc29), ontbreken geluidsnormen die bewoners onder aanvliegroutes gelijkwaardige bescherming bieden. Onder andere het RIVM concludeert dat in het onderzoek Analyse gelijkwaardigheidscriteria Schiphol[1].
  • Daarnaast brengt Schiphol gezondheidsschade toe aan omwonenden en medewerkers door de uitstoot van ultrafijnstof, zo blijkt uit onderzoek van RIVM en Zembla. Ook daar wordt niet op gehandhaafd, terwijl dit in andere landen, zoals Denemarken, wel gebeurt.
  • De luchtvaart, en Schiphol als onderdeel daarvan, is de enige sector die buiten het Nederlandse Klimaatakkoord en het Klimaatakkoord van Parijs vallen.

Maatschappelijke adviesraad Schiphol

De Omgevingsraad Schiphol wordt het komende jaar omgevormd naar een Maatschappelijke Raad Schiphol. Hierin adviseren bewoners- en maatschappelijke organisaties het ministerie van I&W over Schiphol. Hoe die MRS gaat werken en hoe die wettelijke geborgd is, is vooralsnog onduidelijk. Voor de MNH en haar bewonersgroepen is het essentieel dat de Overheid de adviezen van de MRS wettelijk borgt en dat de MRS snel de gelegenheid krijg om te adviseren over:

  • Een nieuw normen en handhavingsstelsel voor de geluidsoverlast van Schiphol dat de gezondheid van omwonenden daadwerkelijk beschermt. Het stelsel moet gebaseerd zijn op de daadwerkelijk hinder in de omgeving, en niet op de berekende gemiddelde hinder van Schiphol als geheel. Dit kan door normen te maken voor frequentie (aantal vliegtuigen dat overvliegt); hoogte; piekgeluid L(A)max; duur (SEL); rustperiodes; verminderen van nachtvluchten en grondgeluid. Samengevat in een lokale geluidsnorm (op de gevel) en een basiskwaliteit leefomgeving;
  • Een nieuwe norm voor de maximaal aanvaardbare concentraties fijn- en ultrafijnstof op en rondom de luchthaven;
  • Een deugdelijke nb-vergunning, waaruit blijkt dat Schiphol net als alle andere sectoren evenredig bijdraagt aan de vermindering van de stikstofdeposities op de natuur;
  • Een CO2-plafond voor Schiphol (en andere luchthavens) wat ervoor zorgt dat Schiphol voldoet aan de klimaatdoelstellingen van minimaal 55 procent reductie van CO2 in 2030 en nul CO2-emissies in 2050.
  • Een nieuwe bestuurscultuur rond Schiphol waarmee omwonenden van Schiphol rechtszekerheid krijgen en de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen vergunningverlening van Schiphol.
  • De manier waarop regionale gedeputeerden en lokale wethouders en raads- en statenleden betrokken worden bij de MRS.

De Natuur en Milieufederatie Noord-Holland roept de nieuwe minister van Infrastructuur en Milieu op om over deze onderwerpen snel met de MNH en bewonersgroepen en de MRS in gesprek te gaan.

[1] RIVM-briefrapport 2020-0219D.